ZEIL INMETEN
Hieronder vindt u een beschrijving voor het in meten van het zeil
BESCHRIJVING ZEIL INMETEN
Als je besluit een zeil aan te schaffen is het belangrijk dat de afmetingen van het zeil bekend zijn. Er is een meetsysteem ontwikkeld dat de meest essentiële maten van tuigage standaardiseert.
I = Aangrijpingspunt in de mast van de voorstag tot het dek
J = Mastvoet tot aangrijpingspunt van de voorstag op de boeg.
P = Lummelbeslag tot maximale hijs grootzeilval
E = Lummelbeslag tot maximale onderlijkspanner
Als je een bestaand zeil vervangen wilt, kan je de lengtes van het voorlijk, onderlijk en achterlijk opmeten en deze maten aan ons opgeven. Voor een nauwkeurige meting moeten de lijken licht gespannen zijn. Meet naast de lijklengten ook de hoogte van het eerste-, tweede en eventueel derde reef.
Grootzeilen
Bij deze zeilen is de maat van de leuvers die in de mastrail gaan van belang. Meet ook de diameter van het onderlijktouw. Extra aandacht besteden aan de maten rond het lummelbeslag. Soms is het voorlijk wat ingenomen om het zeil spanningsvrij op het lummelbeslag te kunnen monteren.
Voorzeilen
Hieronder verstaan we genua’s ( keer)- en high-aspect fokken. Bij deze zeilen is de lengte en positie van de genua-rail belangrijk om de juiste positie van het schootoog te kunnen bepalen. Dit kan je meten als afstand tot de punt en vanuit de as van het schip. Indien het zeil met leuvers is uitgevoerd de diameter van de voorstag meten.
Maten
Voor de voorzeilen worden vaak percentages genoemd als: 95%, 110%, 135% en 150%. Ook tussenliggende percentages kunnen als typering van het zeil worden genoemd. Een LP van 100% staat voor de afstand, haaks op het voorlijk, tot aan de mast. Een genua II wordt vaak als een 135% uitgevoerd, in dat geval zal de zeilmaker de 100% LP-maat naar 135% omrekenen en de dimensies van onder en voorlijk daarop afstemmen.
Spinnakers en gennakers
De spinnakermaat wordt bepaald door de J- en de I-maat. Dezelfde maten zijn van belang bij een genaker. Hierbij is ook de maximale voorstaglengte belangrijk.
Oppervlaktes
Om een goede schatting van de oppervlakte van een zeil te krijgen zijn er een aantal mogelijkheden. Bij fokken, genua’s meet je de lengte van de kortste lijn, die vanuit de schoothoek op 90° naar het voorlijk loopt (LP) in meters en de lengte van het voorstag (T) (in meters). Neem nu de formule: B x T x 0,5 = Oppervlakte zeil.
Voor het grootzeil is de basis (gieklengte) x voorlijklengte x 1/2 x 110% een goede indicatie van de oppervlakte. Bij spinnakers geldt als indicatie de regel: J x I x 1,8 = Oppervlakte spinnaker. Een gennaker is over het algemeen 80-85% de oppervlakte van een spinnaker.
Hulp nodig bij het inmeten van het nieuwe zeil?
Wij helpen jou graag! Daarnaast kunnen wij jou adviseren over de beste keuze.
SuperSailStore
Prinses Irenelaan 20
8091 AT Wezep
M: 06-53639119
© 2020 Copyright SuperSailStore – Design by Noort-Design.